Soms zit het mee, soms zit het tegen
3 juli 2018 - Zuidlaren, Nederland
Als ik ’s morgens in Tournon uit mijn tentje kom, zie ik dat de Canadezen al gepakt zijn. We groeten elkaar en ik wens ze alvast een fijne reis naar Condrieu. Daar zien we elkaar dan wel weer.
Ik ga naar het sanitairgebouw. Douchen doe ik nu niet omdat ik binnen een half uurtje fietsen toch al helemaal bezweet ben. Zeker met die hitte van vandaag.
Als ik weer bij mijn tent kom, zijn de Canadezen al weg. Gelukkig maar, want ik fiets het liefst in mijn eentje. Dan kan ik mijn eigen tempo bepalen en kan ik pauzeren waar en zolang ik wil. Kortom, vrijheid in optima forma.
Ik ontbijt in mijn stoeltje voor de tent. Lekker in de schaduw van de vele platanen die hier op de camping staan. Ineens zie ik hoe het komt dat platanen een gevlekte stam en gevlekte takken hebben. Ze vervellen namelijk. Ze laten stukjes van de bast los. Die zijn 40 tot 80 cm lang en 10 tot 30 cm breed. Dat weegt haast niets, want het is behoorlijk dun. Als je het op je hoofd krijgt hou je er niets aan over.
Zodra ik gepakt ben, vertrek ik. Met weemoed kijk ik naar de overzijde van de blauwe Rhône. Daar ligt Tain-l’Hermitage waarvan mij is ingefluisterd dat daar wijnen van topkwaliteit vandaan komen.
De etappe van vandaag is ongeveer 70 kilometer. Ondanks de hitte en de tegenwind, die inmiddels is gezakt tot acceptabele proporties, moet dat goed te behappen zijn. Ik heb er in ieder geval veel zin in. Het is ook een mooie rit. Hij gaat door natuurgebieden en lieflijke dorpjes. Onderweg betrap ik me er opnieuw op dat ik hier wel mijn hele leven zou willen blijven. Zo droom ik wat weg. Totdat er een pedaaltje van zijn as afschiet. Wat is dat verdomme weer voor gezanik? Het blijkt dat het schroefje dat ervoor moet zorgen dat het pedaaltje op zijn plek blijft er is uitgelopen. Repareren gaat niet. Het schroefdraad is naar de knoppen. Conclusie: er moeten nieuwe pedaaltjes op komen. Over een paar kilometer is er een dorpje. Daar ga ik wel informeren of er een fietsenwinkel is.
Intussen moet ik het nog wel fietsen met aan de linkerkant een pedaaltje en aan de rechterkant een as die bij iedere trap onder mijn voet naar achteren rolt. Eigenlijk is dit geen fietsen. Kracht zetten lukt al helemaal niet want dan schiet mijn voet van het asje af. Het gevolg is dat ik ieder klimmetje, zelfs de allerlulligste, moet lopen. Ik heb me wel eens vrolijker gevoeld.
Gelukkig bereik ik het dorp. Er zijn geen mensen op straat. Dat geeft niet, want ik zie een bakkerij. Het is jammer, maar in dit dorp is er geen fietsenmaker. Misschien in het volgende dorp, zegt de vriendelijke bakkersvrouw. En anders in het stadje daarna. Het wordt dus het stadje erna.
Als ik het betreffende stadje binnenrij komt er net een jongeman op een scooter aan die bij me stopt. Hij weet een fietsenmaker, maar dat is nog wel een aardig stukje fietsen. Ik moet dus opschieten, want over 10 minuten gaan de winkels dicht. De middagsluiting duurt al gauw drie uur. Dat wordt dus racen met dat kutasje. Hij legt uit waar het is. Intussen komt de moeder van de jongeman er ook bij. Ze zegt dat ik maar alvast moet gaan fietsen. Zij belt dan met de fietsenwinkel dat ze op mij moeten wachten.
Ik fiets als een gek richting gendarmerie, want daar in de buurt moet ik zijn. Ineens verschijnt er een scooter naast me. Je gaat goed zegt de berijder. Daar verderop aan de rechterkant is het. Succes.
De fietsenmaker doet open… Problemen met je pedaal, vraagt-ie. Binnen een paar minuten zitten er twee nieuwe pedaaltjes op en met een gelukzalig gevoel zet ik mijn reis voort. Geen bijgeluiden meer. Helemaal top.
Wat is het hier toch schitterend. Wel erg warm. Zeg maar gerust heet. Het kan me niet deren. Ik geniet met volle teugen totdat mijn voorband in ene helemaal plat is. Wat een ge-eikel. Dat is al de tweede keer in korte tijd. Ik heb al meer dan 5000 kilometer gefietst zonder lekke banden en nu twee keer vlak achter elkaar. Het moet toch niet gekker worden. Verder fietsen gaat natuurlijk niet. Maakt ook niet uit. Zover ik kan kijken zie ik toch geen schaduw. Dan maar aan de slag in de volle zon.
Eerst moet alle bagage van mijn fiets, de bidons eruit, spiegel en camerastandaard half demonteren
en dan kan nu de fiets op zijn kop gezet worden zodat ik het wiel eruit kan halen. In de binnenband zit weer net zo’n klein gaatje. Daarom neem ik nu – volle zon of niet – alle tijd om mijn buitenband heel grondig te inspecteren. In ieder geval beter dan de vorige keer. En ja hoor. Ik vind de boosdoener. Een heel klein scherp puntje in de zijkant van de band. Met een tang kan ik het verwijderen. Een plakkertje op het gaatje. Alles in elkaar zetten en opnieuw van start.
Uiteindelijk arriveer ik op de camping in Condrieu. De Canadezen liggen lekker in het zwembad.
Ik zet mijn tentje op. Ik let daarbij nooit zo op de schaduw of de zon. Uiteindelijk slaap ik er alleen. maar in. Het verbaast me trouwens dat er zoveel mensen zijn die de hele camping overgaan voor het meest ideale plekje. Dan staan ze met een bedenkelijk gezicht met hun handen in hun zij de bomen te bestuderen. Daarna overleg met hun partner. Na een paar minuten schudden ze nee en gaan naar dan naar het volgende plekje waar dit ritueel zich weer herhaalt.
De volgende morgen vertrekken de Canadezen. Ik heb geen haast en blijf nog even op deze camping. Het blijkt een goede keus, want vandaag tikt de thermometer de 40 aan. In de schaduw. Laat mij maar lekker in het zwembad dompelen. Het geeft me overigens ook de gelegenheid om het stadje, waar ook goede wijnen worden geproduceerd, een beetje te filmen. Het is geen spectaculair stadje. Maar ja, als ik er toch ben wil ik zien ook.
De temperatuur blijft tegen de 40. Voorlopig ziet het er niet naar uit dat het koeler wordt. Ik wil echter niet langer op deze camping blijven. Er moet natuurlijk ook gefietst worden. Daarom besluit ik om morgen toch maar te vertrekken. Ik zoek wel een korte etappe uit. Ongeveer 50 kilometer naar Hieres-sur-Amby. Daar moet een camping zijn.
FOUTJE BEDANKT
Je hebt wel eens van die dagen dat alles meezit. Vandaag wordt zo’n dag. Ik voel het. Het begint in ieder geval buitengewoon.
Mijn tentje staat ’s morgens vroeg al in de volle zon. Jezus wat is het heet. Ik smelt weg. Ik kijk op mijn horloge. Zeven uur. Zie ik dat goed? Ja hoor. Slapen gaat het niet meer worden. Daarom eruit.
Een paar andere kampeerders blijken al bezig te zijn met inpakken. Laat ik het ook maar doen. Alles zit mee. Om vijf over acht (!!!) fiets ik al weg. Het is wel warm, maar nog lang geen 40 graden. Bovendien heb ik een licht windje in de rug. Zo kan ik wel doorfietsen tot verre oorden. Gelukkig hoeft dat niet. Ik hoef maar 50 kilometer.
Na een kleine 25 kilometer bereik ik Lyon. Links van me stroomt de Rhône, rechts is een groot uitgestrekt parkgebied waar veel stedelingen relaxen. Het ziet er gezellig uit.
Lyon is trouwens een grote stad. Dat wist ik ergens wel. Maar er komt geen eind aan. Bovendien heb je nog de buitengebieden. Ook daar komt geen end aan. Bij het uitrijden van Lyon moet ik een foutje gemaakt hebben. Ik zit nu ergens midden in het binnenland. Kaartmateriaal heb ik niet. Tot nu toe heb ik de ViaRhona gereden met alleen een foldertje van de Franse VVV. Daar heb ik nu niet veel aan. De naam van het plaatsje waar ik naar toe wil zet ik daarom in mijn navigatie die vandaag weer een lollige bui heeft. Hij laat me diverse keren een straat heen en weer rijden. De mensen die op de bus staan te wachten kennen me zo onderhand wel en groeten me als ik de zoveelste keer langs kom. Wel leuk van ze, maar ik schiet er natuurlijk niets mee op. Behalve dan dat mijn drinkwater bijna op is, mijn bloeddruk naar olympische hoogte begint te stijgen en de temperatuur al uren 40 graden is.
Nog maar eens de navigatie opnieuw instellen. Het lijkt erop dat ie het nu wel goed doet. Ik krijg wel wegen met veel autoverkeer voor mijn kiezen. Maar ik kom er. En daar is het me om te doen.
De camping die ik heb is helemaal geweldig. Ook weer zo’n ouderwetse municipal. Wat dat betreft mag ik niet ontevreden zijn.
De inschatting dat deze etappe ongeveer 50 kilometer zou zijn, is flink fout. Het is uiteindelijk 103 kilometer geworden. Ik kijk dan ook niet meer helemaal fris uit de ogen.
Succes met je volgende rit.