Dit maak je alleen op Sardinië mee

9 juni 2018 - Zuidlaren, Nederland

Je hoeft me niet te geloven, maar het is echt zo. Vanmorgen vertrok ik om half tien van de camping. Oké, ik heb niet gedoucht en ook niet ontbeten, maar half tien blijft half tien.
Eerst rij ik naar het winkeltje voor vers brood, bananen en cola. Een broodje en de cola moeten er gelijk aan geloven. Het motortje heeft uiteindelijk brandstof nodig. Zie het als een verlaat ontbijt. Dus 10 voor 10 begint de etappe van vandaag. 
Deze etappe gaat het binnenland in. Uiteindelijk moet ik in Oristano aan de westkust uitkomen. Dat is te ver om in een keer te rijden. Ik probeer daarom vandaag halverwege te komen. Deze keer rij ik de door mijn navigatie aanbevolen route. Ik zie aan het hoogteprofiel dat er een paar waanzinnige beklimmingen inzitten. Daar ontkom je in Sardinië nu eenmaal niet aan. Dat neem ik dus voor lief. Als ik maar niet meer op autowegen kom, want dan stop ik ermee.

Al snel na het vertrek bij het winkeltje gaat de weg omhoog. Echt soepel fiets ik nog niet. Mijn spieren moeten echt loskomen. Dan maar een beetje snel draaien in een redelijk klein verzet. Dat gaat wel lekker zo. Het weer is anders dan ik tot nu toe heb gehad. De lucht is strakblauw Het is ook erg warm en er staat een harde wind die ik tegen heb. Nu zijn wij Hollanders wel aan een beetje wind gewend, dus laat maar waaien.

Mijn fietsnavigatie stuurt me over prachtige wegen, maar ook over heel veel onbestrate zand- en graffelpaden. Hier in het zuiden zijn er echt nog heel veel wegen die niet verhard zijn. Zelfs in de dorpen en stadjes. Ik ben daar getuige van, want bijna in ieder stadje dat ik tegen kom geeft de navigatie een uitgebreide rondleiding. De kortste weg heb ik in ieder geval niet. Veel onverharde wegen zijn moeilijk te befietsen. Het gaat in ieder geval heel zwaar. Na vele uren gaat de wind tegen ook steeds meer energie kosten. En vanwege de hitte is het drinkwater niet aan te slepen.

Ik blijf doorfietsen. Morgen wil ik Oristano bereiken. Dus vandaag moet ik zeker op de helft komen. Ik blijf blind mijn navigatie volgen. Zoals gezegd, niet de kortste weg. Wel een hele mooie. Maar wat overkomt me nou? Ik word toch weer een snelweg op geloodst. Echt niet hoor. Dat doe ik niet meer. Dan ga ik terug naar het laatste dorp. Daar is een station. Dan neem ik de trein. Direct naar Porto Torres waar ik de eerste boot naar Frankrijk neem. 
Gelukkig kom ik niet op de snelweg. Er loopt een parallelle weg naast. Die moet ik hebben. Een pak van mijn hart.
Na nog een flink aantal kilometers zandpad kom ik via een mooie autoluwe weg bij Samassi aan. Mijn route gaat er eigenlijk langs. Ik ben echter helemaal op. Daarom besluit ik het stadje in te gaan en eens te kijken of ik hier een slaapplekje kan regelen. Een camping is hier niet. Dat wist ik van tevoren.

Zodra ik een beetje het centrum van Samassi binnenrij, zie ik aan de linkerkant van de weg een bar. Ik meer daar aan en bestel een biertje. Ik ga toch niet meer verder rijden. De barjuffrouw is een fraaie Italiaanse. Ze spreekt echter alleen maar Italiaans. Dat geldt trouwens ook voor de andere twee gasten die er zijn.
Toch vraag ik of ze misschien een camping weten. Veel begrijpen ze er niet van. Ze stellen echt alles in het werk om me te kunnen begrijpen. De conclusie: nee, er is geen camping. Een hotel dan misschien? Ja zoiets is er wel. Alle drie beginnen in het Italiaans uit te leggen waar dat is. Ik snap er niet zoveel van. Een van de mannen maakt me duidelijk dat hij wel met de fiets met mij er naartoe rijdt. Helemaal tof natuurlijk.
Als ik nog met mijn biertje bezig ben komt er een tweede barjuffrouw. Ze spreekt goed Engels. Ze legt me alles nog een keertje duidelijk uit.

Mijn biertje is op. Onder begeleiding van Angelino kom ik aan de andere kant van het stadje in een drukke bar terecht. Die verhuurt dus ook kamers. Ik krijg nauwelijks de gelegenheid om te vragen of er een kamer is. Angelino regelt het allemaal al. De kamer moet nog even in orde gemaakt worden. Of ik nog wat geduld heb. Ik bestel bier voor Angelino en mij. We gaan op het terras zitten. Daar zitten allerlei kennissen van Angelino. Kortom, er wordt uitgebreid gepraat. Anderen komen erbij om zich er ook mee te bemoeien. Het is gewoon ongelooflijk leuk. En de kamer. Fantastisch. Wat een goddelijke douche ook. 

Ik ga morgen ook proberen om een beetje vroeg te starten. Hopelijk bereik ik dan ook Oristano.

Foto’s

7 Reacties

  1. Peter Belgraver:
    9 juni 2018
    Prachtig dat verlaten landschap met die eenzame fiets!
  2. Peter:
    9 juni 2018
    Mooi verhaal Fer en veelzeggende foto!
  3. Han:
    9 juni 2018
    Wat schrijf je goed Fer je kan er gemakkelijk een boek over schrijven
  4. Stephan:
    10 juni 2018
    In jou schuilt een top fotograaf Fer! Prachtig gekadreerd en helemaal de tegenstelling tussen de drukke bar (met hotelkamer) en het afgelegen platteland symboliserend 😀. Zet m op man! Waarschijnlijk ben je nu net op weg naar oristano!
  5. Carla:
    10 juni 2018
    Wat een weids uitzicht fer
  6. Carola:
    10 juni 2018
    Je maakt niet alleen een topfietstocht, je maakt ook nog veel vrienden ook! Super! 👍
  7. Sjors:
    12 juni 2018
    Super verhaal weer Fer.blijf je volgen😀