De eerste lekke band

1 juli 2018 - Zuidlaren, Nederland

In het laatste reisverslag kwam ik aan op een camping in Saint-Maximin-la-Sainte-Baume. Deze camping ligt zomaar ergens in het boerenland, ongeveer 4 kilometer van de bebouwde kom. Ik zie er caravans en campers staan. Ook zie ik een klein knalgeel koepeltentje vlakbij het plekje waar ik mijn tentje wil neerzetten. De bewoner van het gele tentje verwelkomt me heel hartelijk. Het blijkt een Iranier (36) te zijn die in Parijs woont. Hij volgt in Saint-Maximin een cursus. In de tussentijd verblijft hij op deze camping. Hij heeft een onuitspreekbare naam. Daarom zegt hij dat ik hem maar beter Sherry kan noemen. Dat zeggen zijn Parijse vrienden ook.
’s Avonds drinken we samen wat. Het is heel gezellig en af en toe liggen we in de kreukels van het lachen. Maar we praten ook over serieuze onderwerpen zoals onder meer de onderdrukking van het Iraanse volk.
De laatste koning van Iran (de sjah van Perzië) was een verschrikkelijke despoot die vele, vele onschuldige doden op zijn naam had. Deze koning had overigens wel de steun van de westerse landen. Iran heeft namelijk veel olie en andere bodemschatten. Dat is voor het westen altijd belangrijker geweest dan de omstandigheden van het volk.
Het onmenselijke gedrag van de koning heeft uiteindelijk geleid tot een sociale revolutie. De westerse landen zagen dit al aankomen en hebben toen Khomeini, die destijds in Frankrijk woonde, naar voren geschoven als zijnde de leider van de revolutie. Zo werd de sociale revolutie een Islamitische revolutie. Dat heeft overigens niet optimaal uitgepakt in de relatie van Iran met het westen. Voor het volk heeft het ook niet goed uitgepakt. Dat wordt nog steeds onderdrukt. Nu uit naam van de Islam.
Volgens Sherry zijn Iraniërs echte overlevers. Ze houden zich in het openbaar aan de wetten en richtlijnen waarbij altijd wel de grens wordt opgezocht. In eigen kring lappen ze die wetten en richtlijnen aan hun laars en genieten dan gewoon van het leven. Daar drinken ze dan gewoon een wijntje bij.
Als ik Sherry vertel dat ik er ook wel eens aan denk om naar Iran te gaan, reageert hij heel enthousiast. Dat moet ik doen. Het is een prachtig land. Momenteel is het leven daar behoorlijk ontspannen. Als ik het doe, moet ik hem bellen. Hij mobiliseert dan zijn familie in Iran die ervoor zal zorgen dat ik alles te zien krijg wat interessant is.

Het is op de camping trouwens niet mogelijk om brood voor de volgende morgen te bestellen. Dat moet ik dus zelf halen in Saint-Maximin 4 kilometer verderop. Ik ga daarom de volgende morgen op het fietsie op zoek naar een bakker. Saint-Maximin is een echte stad. De bakker vind ik niet zo een twee drie. Bovendien wil ik daarna ook de camping terug kunnen vinden. Ik moet dus goed opletten want ik heb geen kaart en ook geen navigatie bij me. In het centrum wordt het grote plein flink onder handen genomen. Voor een groot deel is het afgezet. Ook voor voetgangers. Na een beetje kruip door sluip door kom ik weer op een wat grotere doorgaande weg. En jawel, daar is een supermarkt. Daar haal ik behalve brood ook andere boodschappen die ik denk vandaag nodig te hebben.
Buiten is het inmiddels behoorlijk warm geworden. In de supermarkt is het daarentegen lekker koel. Daar geniet ik wel van. Ik betrap mezelf er dan ook op dat ik voor het eerst van mijn leven voor mijn plezier boodschappen doe. 
Als ik de supermarkt uitkom loop ik tegen een muur van warmte. Ook word ik overvallen door dorst. Vlug naar een terrasje voor iets kouds. In het centrum barst het van de terrasjes. Ik kies er eentje uit waar ik zicht heb op mijn geparkeerde fiets. Terwijl ik van mijn ijskoude drankje geniet kijk ik lekker naar mensen. Altijd leuk. Ook raak ik in gesprek met een dame die op het terras koffie drinkt. Leuk mens. We hebben het eigenlijk over niets. Gewoon gezellig.

Als ik ’s middags terug ben op de camping zie ik dat ik voor mijn broodje toch nog 19 kilometer heb gefietst. Maakt niet uit. Ik heb me niet verveeld.
Nu nog even in de kaarten duiken. Ik wil naar de Groene Weg. Dat is een autoluwe fietsroute die van de Middellandse Zee naar Nederland loopt. Die route ligt hier nog wel een eindje vandaan. Zo te zien kan ik die wel oppikken bij Orange. Dat red ik niet in een etappe. Wel in twee. Mijn eerste doel is daarom Mallemort.

MALLEMORT
De weg naar Mallemort is behoorlijk vlak. Ik rij steeds maar door een vallei over lange rechte wegen. Het is een groot tuinbouwgebied. Het wordt enorm goed bewaterd. Overal, door het hele gebied, lopen kleine kanaaltjes waar water doorheen stroomt. Het is hier dan ook heel groen. Ik kan het niet echt een aantrekkelijk fietsgebied noemen. Ik kom ook nauwelijks leuke dorpjes tegen. 
Hoe zal Mallemort eruit zien? De naam vind ik al niet erg uitnodigend. Mal is Frans voor pijn. Mort betekent dood. Zou Mallemort dan pijnlijke dood betekenen? Niet erg uitnodigend.
Het is erg warm. Mijn water dreigt ook deze rit op te raken voordat ik opnieuw kan bijvullen. En dat gebeurt dan ook. 
Uitgedroogd bereik ik de camping. Deze ligt in een gebied waar verder helemaal niets te doen is. Mijn plek is heel groot. Op het moment dat ik mijn tent daar opzet, hebben de muggen happy hour. 
Ze weten trouwens van geen stoppen. Van narigheid ga ik heel vroeg mijn tent in. Dan maar lekker lezen wat ik trouwens geen straf vind. Wat wel vaststaat is dat ik hier morgenvroeg wegga richting Orange.

ORANGE
In tegenstelling tot gisteren is de weg naar Orange behoorlijk bergachtig. Dit is zoals ik de Provence ken. Uit dit gebied komen de betere wijnen. Waar je dan ook kijkt, allemaal wijnbouw. De wijnranken staan er prachtig groen bij. De lichtgele grond is bedekt met keitjes om de warmte ’s nachts vast te houden. Mijn fietsweer slingert er doorheen met boven mij een strakblauwe hemel.
Vlak voor Orange kom ik door het plaatsje Chateauneuf-du-Pape. Alleen de naam al doet het water in mijn mond lopen. 
Vanaf hier is het nog een uurtje voornamelijk klimwerk naar Orange waar ik de camping bijzonder snel weet te vinden. Kapot ben ik als ik aankom. Bij de receptie wijzen ze me plaats nummer vier toe. Een enorm grote plek omgeven door ruim twee meter hoge heggen, vlakbij de bar. Ik zet mijn fiets op plaatsje vier en meld mij bij de bar voor een ijskoude bier. Wat een tref. Er is zojuist een voetbalwedstrijd begonnen. Duitsland tegen Peru. Op een groot scherm. Ach weet je wat, die ga ik eens lekker bekijken. Het is namelijk best wel gezellig hier op het terras. Mijn tentje kan ik later ook nog wel opzetten.
Terwijl ik zit te kijken komt er een Duits stel aan. Dirk en Katarina. Ze vragen of de stoelen naast mij al bezet zijn. Dat zijn ze niet, dus ze nemen plaats. Wat een leuke mensen. We raken meer aan de praat dan dat we voetballen kijken. Ik weet ook echt niet meer wat de eindstand is geworden.
Dirk en Katerina wonen in Dalberg, een klein maar heel speciaal plaatsje in Duitsland dat nog een aantal oude culturele gebruike in ere heeft gehouden. Dirk is hier burgemeester. In de omgeving worden trouwens de heerlijkste wijnen gemaakt. Het meest opvallende is echter dat het de grootste slotruïne van het Rijngebied heeft. Dat is bij ons helemaal onbekend. Ten onrechte. Deze ruïne heeft in de geschiedenis diverse keren een belangrijke rol gespeeld. Dirk en Katarina hebben me uitgenodigd om het eens met eigen ogen te bekijken. Daar heb ik natuurlijk wel oor naar. Je kunt dan van me verwachten dat ik er een special over ga schrijven.
Na de voetbalwedstrijd ga ik maar eens mijn tentje opzetten. Als ik op plekje vier kom zie ik dat mijn voorband plat is. Dat is voor het eerst dat ik een lekke band heb met mijn reisfiets. Ik ga morgen wel plakken. De fiets moet toch nog wat onderhoud hebben zoals ketting oliën, zadel bijstellen en pedalen smeren want die maken een raar geluidje.

Ik kan de volgende dag niet de oorzaak van mijn lekke band vinden. Ik heb de buitenland wel een paar keer geïnspecteerd maar zie echt niet waar het lek door is ontstaan. Ik ben een beetje lui. Ik stop een andere binnenband erin. Oppompen en oké. De lekke band plak ik toch maar. 
Mijn zadel is weer een beetje doorgezakt. De stelschroef is teruggedraaid. Dat moet niet meer gebeuren en daarom draai ik hem nu maar extra strak aan. Zo, dat zijn geen halve maatregelen.
Zodra ik klaar ben met de fiets ga ik Orange. Ik weet dat het een heel mooi stadje is met een schitterende Romeinse arena waar nog heel regelmatig optredens worden gegeven. In het het blijkt Orange nog mooier te zijn dan in mijn herinnering. Ik blijf dan ook filmen tot mijn batterij op is. 
Terug op de camping loop ik nog even langs Dirk en Katarina. Er wordt gelijk een wijntje voor me ingeschonken. Wat een leuk stel. Supergezellig.

’s Nachts word ik wakker van de wind die door de bomen giert. Opnieuw de Mistral. Get.. Daar heb ik geen zin in. De Mistral is een harde wind die uit het noorden komt. Ik moet naar het noorden, dus heb ik hem tegen. Desondanks besluit ik om te vertrekken. Het doel is een camping in La Begude-de-Mazet. Dit ligt op de Groene Weg. Die moet ik natuurlijk eerst nog zien te vinden.

LA BEGUDE-DE-MAZET
De volgende morgen weet ik redelijk snel de Groene Weg te vinden. Voordat ik La Begude weet te bereiken moet ik toch nog aardig wat klimmen. En dan die verschrikkelijke wind tegen. Ik kan niet beweren dat ik dat leuk vind. Integendeel. Ik begin er een beetje van te balen. Gelukkig is de weg heel mooi. Ik kom ook door schitterende dorpjes. Maar alles kost me heel veel moeite.
Bij de Provence moet ik altijd denken aan bloeiende lavendelvelden. Tot nu tot heb ik er nog geen een ontdekt. Totdat er zich eentje aandient. Geen groot veld, maar wel een lavendelveld. Ik blij. Gelijk gefotografeerd. Nog geen half uur later vliegen de velden me om de oren. De een nog mooier dan de ander. En dat ruikt lekker. Het lijkt wel of ik door een zeepjeswinkel fiets. Later kom ik ook nog door velden met heel andere bloemen. Die ruiken ook helemaal te gek. Wat een genot. Jammer van die rot wind. 
Helaas moet ik nog een hele lange beklimming maken. Eigenlijk heb ik er geen zin in. Bovendien heb ik behoorlijke pijn in mijn kont. Het zadel staat dan toch veel te strak. Ik probeer nog een half uurtje door te fietsen. De pijn wordt te erg. Ik zoek een plekje om te sleutelen en draai de stelschroef van mijn zadel een aardig eindje terug. Wat een verademing. 
Ik wil dus naar de camping in La Begude. Die is met nog 30 kilometer te gaan het dichtst bij. Tijdens de beklimming zie ik in de verte Le Mont Ventoux opdoemen. Wat een joekel. Ik moet er toch niet aan denken dat ik daar ook nog eens tegenop zou moeten. Op dit moment kan ik wel wat leukere dingen bedenken. Gelukkig dient zo’n leuk ding zich op het juiste moment aan. Een afdaling waarvan de rillingen over je rug lopen. Wat een juweel van een daling. Wel flink in de remmen, want 50 kilometer per uur is mijn limiet. Ja mensen, dit is de afzink die ik even nodig had om over een dood punt heen te komen. En daarna blijft de weg ook nog een tijdje vals plat naar beneden totdat ik de camping bereik.
En wat voor camping. Een echte ouderwetse municipal met schitterend sanitair. Niemand in de receptie. Gewoon je tent opzetten. De volgende dag komt er wel iemand. Of niet. Ook goed.
Vanwege de wind moet ik eerst de uitgerolde binnentent met haringen vastzetten anders waait-ie weg. Daarna pas de stokken erin en dan met de nodige kunst- en vliegwerk de buitentent eroverheen trekken. Het lukt. 
Er is op deze camping niets te doen. Prima. Er staan ook bijna geen kampeerders. Het stadje heeft ook niet veel te bieden. Er is wel een kapper en ik besluit er morgen naar toe te gaan. 
Ondertussen raak ik in gesprek met een Fransman. Hij vraagt waar mijn plannen zijn. Ik leg hem uit dat ik naar de Franse Alpen wil om te wandelen. De weg daarnaartoe is via Genève of via Grenoble. Deze goede man woont in Grenoble en vraagt me waarom ik niet de ViaRhona ga fietsen richting Genève. De ViaRhona is een fietsroute die in Zwitserland begint, langs de Rhône loopt en uiteindelijk aan de Middellandse Zee eindigt.
Na de afgelopen beklimming met de mistral tegen, spreekt het idee van deze meneer mij enorm aan. Ik hoef hier niet over na te denken. Dat ga ik doen. Ik hoef dan alleen maar naar Montelimar. Dat ligt namelijk aan de ViaRhona. En als ik op mijn navigatie het hoogteprofiel van de weg ernaartoe bekijk, word ik helemaal blij. Alleen maar afdalen. Wat een gelukzalig idee. Het is nu alleen nog afwachten wanneer de Mistral van plan is om ermee te stoppen.

TOURNON-SUR-RHÔNE 
Na een paar dagen op de camping in La Begude stap ik met een gerestylde baard op de fiets om een goddelijke afdaling naar Montelimar te maken. De Mistral heeft het opgegeven. Het is nu nog een beetje noordenwind. Gelukkig niet zo sterk. Onderweg zie ik prachtige lavendelvelden die afgewisseld worden door fruit- en wijngaarden. De lekkerste luchten komen door mijn neus. Het is warm. Dat hoort erbij. Na de Mistral wordt het gewoon warm. Pfff.. zeggen de Fransen daarbij.
Het fietstempo ligt hoog. Kan natuurlijk niet anders met een dalende weg. Ik zit zo in Montelimar. Nu doortrekken naar Tournon-sur-Rhône. 
Ik kan niet zeggen dat het de mooiste weg is die ik tijdens deze vakantie heb gereden. Technisch wel, want strak zonder kuilen. De uitzichten zijn duidelijk wat minder. En uitzicht op de Rhône is prachtig, maar na een paar uur heb ik dat wel gezien. Vervelend? Welnee. Lekker fietsen, af en toe door een bos, soms een dorpje en veel pal langs de Rhône. Het valt me trouwens op dat er bijzonder veel fietsreizigers van deze route gebruik maken. Niet gek natuurlijk. Het is vlak. De geluksvogels die mij nu tegemoet rijden hebben allemaal de voorgaande dagen de mistral in de rug gehad. Ze hebben zelfs nu nog de wind mee.
Uiteindelijk bereik ik Tournon-sur-Rhône. Het was een stukje fietsen, maar het is de moeite waard. Aan de Rhône, in het stadje, ligt de camping. Als ik er een plekje ga zoeken, zie ik een familie die ik onderweg ook al een keer gezien heb. Het blijken Canadezen. Vader, moeder, een zoon en twee dochters. Allemaal op de fiets. En onderweg kamperen. Wat een geweldenaars.
Ze vertellen me dat hun zoon over niet al te lange tijd naar de universiteit gaat. Hun dochter zal daarna volgen. Daarom hadden ze het plan om een hele aparte familievakantie te gaan houden. Dat is fietsen door Europa geworden. Ze hebben zich er drie jaar lang op voorbereid. Vanuit Canada is dat geen peuleschil. Wij gaan gewoon naar de Europafietsers en krijgen daar alle info. In het Nederlands. Dat hebben zij niets aan.
Tournon-sur-Rhône. In het verleden ben ik daar de nodige keren doorheen gereden me de auto. Eigenlijk nooit wat van gezien. Nu sta ik er te kamperen en ben ik van plan dit stadje eens goed te bekijken. En het is leuk! Er staat een kasteeltje met prachtige middeleeuwse straatjes eromheen. De brug over de Rhône gaat naar Tain l’Hermitage. Het geeft een prachtig uitzicht op Tournon. Kortom, genieten met hoofdletters. Ik ben speciaal in het stadje gaan filmen. Schitterend.
Morgen ga ik verder. Het wordt dan Condrieu. Daar ben ik drie jaar geleden ook al met de fiets geweest toen ik naar Spanje ging. Ik heb er zin in om daar nog eens naar toe te gaan. De Canadezen horen het van me. Zij gaan er ook naar toe. Leuk!

Foto’s

10 Reacties

  1. Carola:
    1 juli 2018
    Wat heerlijk om weer van je te horen en dan ook nog met een super lang verhaal. Zo.... dus je volgende fietsavontuur wordt In Iran? Eerst deze maar even afmaken. 💋
  2. Han:
    1 juli 2018
    Fer je heb wel een heel verhaal gemaakt prachtig wat je allemaal meemaakt we hebben er van genoten
  3. Stephan:
    2 juli 2018
    Ha die Ferry, fiets bikkel. Jegens goed bezig man en Grenoble lonkt volgens mij aan de einder.... Wel een beetje jammer dat bij jou wel het water in de mond loopt van de chateuneuf du pape maar dat je niet rept over de Crozes Hermitage. Een echte super rode Rhône wijn die wordt gemaakt in de streken rond Tournon-sur-Rhône. Maar het is je vergeven :-) Veel sterkte man op weg naar Genève!
  4. Dirk und Katrin:
    2 juli 2018
    Hallo Ferry, was für ein toller Reisebericht
    Wir wünschen dir noch eine gute Reise und freuen uns schon auf deinen Besuch.
    Dirk und Katrin
  5. Carla:
    2 juli 2018
    Fijn weer wat te horen ik miste je verhaaltjes en leuke foto,s maar vergeet niet je band te plakken. Ik kijk alweer uit naar je volgende belevenis.
  6. Peter Roele:
    3 juli 2018
    Zo dat waren nog eens belevenissen wat een verhaal super.
    Blijf nog maar een paar etappes fietsen en schrijven want ik geniet er van.
  7. Nancy:
    4 juli 2018
    Hey Ferry wat een avonturen je maakt een hoop mee en allemaal nieuwe mensen die je ontmoet. Wauw respect voor je man geniet lekker groetjes en dikke kus Sjors en Nancy
  8. Hans van der Pijll:
    5 juli 2018
    Geweldig Ferry wat een belevenissen. Gisteren zelf de Alpe d'Huez beklommen. Wij staan op een camping RCN Belledonne in Bourg d'Oisans!
  9. Hans van der Pijll:
    5 juli 2018
    Lekke band....dommage!
  10. Dirk und Katrin:
    8 juli 2018
    Hallo Ferry,
    was für ein schöner Reisebericht. Deine Empfehlungen haben wir befolgt und sind mit dem Fahrrad nach Chateauneuf du pape gefahren. Es war einsehr schöner Ausflug mit gutem Wein. Wir sindjetzt nach 3 Wochen wieder wohlbehalten zu Hause angekommen.
    Über einen Besuch von Dir freuen wir uns schon heute und stellen schon mal den Wein kalt.
    Liebe Grüße
    Katrin und Dirk