Fietsen en wandelen 2016 - dag 16

Rond 8 uur word ik wakker. Het onweert niet meer. Het regent wel. Geen weer om mijn spullen in te pakken. Bovendien had ik me voorgenomen om een beetje uit te slapen. Even na negenen wordt de regen minder. Het lijkt zelfs te stoppen. Eruit. Macaroni koken en koffie zetten.

Het is aanzienlijk kouder dan gisteren. Het is zwaar bewolkt. De toppen van de bergen steken in de donkere wolken. Het zal heus wel gaan regenen vandaag. Als ik dan al onderweg ben, is dat niet zo erg. Het is minder prettig om al nat te starten. Dan duurt het zo lang om warm te worden.

Rond 12 uur vertrek ik. Ik ga proberen om Cernay te bereiken. Daar is een van de laatste campings voor de Zwitserse grens. Ik rij nog steeds op de wijnroute van de Elzas. De fietsroute dan wel te verstaan, hoewel die ook af en toe een stukje over de autoweg gaat. In het begin is het nog zo af en toe flink klimmen. Nu merk ik dat het toch steeds wat vlakker wordt. Ik rij zo langzamerhand de Vogezen uit en nader de Jura.

Ineens zie ik een uithangbord met het logo van Philips. Philips? Kabeltje! De noodstop die ik maak is zinloos. Het is zondag. Winkel gesloten. Ik troost mezelf met het idee dat ze toch geen kabeltje zouden hebben. Dus verder maar aan andere dingen denken voordat het kabeltje een obsessie wordt.

Het landschap blijft wonderschoon. Ik ben nu de hele Elzas doorgefietst en zag overal wijnbouw. Logisch want ik reed de wijnroute. Maar er moet hier toch wel een enorme hoeveelheid wijn vandaan komen.

Aan het eind van de middag voel ik dat ik Cernay makkelijk moet kunnen halen. Ik ben fit zat. Ik ga proberen om de camping daar voor zeven uur te bereiken. Dan moet ik wel flink doortrappen. Dat is niet erg, want het begint een beetje te regenen. Ik krijg het zelfs koud. Ik haal het niet. Het is tien over zeven als ik incheck. De dame van de receptie wil graag mijn paspoort zien. Geen probleem. Ze wil hem echter ook houden tot ik weg ga. Daar trap ik niet in. Ik hoef niet eens na te denken. De Franse woorden ratelen er uit. En duidelijk, want ik krijg direct mijn pas terug. Met die bikkel valt niet te spotten, zal ze gedacht hebben, hoop ik stiekum.

De camping is perfect. Het heet Camping les Cigognes, Camping de Ooievaars. Een terechte naam. De ooievaars lopen gewoon over het terrein. Soms nog geen 20 meter bij me vandaan. In de Elzas heb ik ontelbaar veel ooievaars gezien. Ze worden hier gekoesterd. Je ziet ook overal afbeeldingen van ooievaars. Als je een stadje binnenrijdt zie je afbeeldingen van ooievaars op het bord met de plaatsnaam. In bloemperken staan gefiguurzaagde ooievaars. Soms zie je ze geschilderd op huizen. De mensen zijn er dus wel blij mee. Ik heb er veel gezien, maar zo dichtbij als op deze camping zal ik ze in het wild denkelijk nooit meer zien.

Morgen neem ik een echte rustdag. Ik wil uitgerust Zwitserland binnen rijden.