Om te janken zo mooi

2 juni 2018 - Zuidlaren, Nederland

Eergisteren:
In de loop van de ochtend is Peter met de motor vertrokken om tijdens de verjaardag van zijn zoon thuis te zijn.
Door Uta, een leuke Duitse vrouw met twee eveneens leuke kinderen word ik uitgenodigd om ’s avonds bij ze te komen eten.

Gisteren:
Uta vertrok vanmorgen vroeg.
Op de plek van Peter komt een autistisch stel.
Morgen moet ik maar eens verder gaan. Op de kaart zie ik dat het Tortoli-Arbatax gaat worden. Dat is ongeveer 70 kilometer zuidelijker. Ik vraag me echter af hoe ik uit dit stadje moet komen. Aan een zijde ligt het aan zee en verder wordt het ingesloten door zeer steile bergen. Er zijn twee wegen. Eentje die ik naar beneden ben gereden toen ik hier aankwam. Ik mag dan natuurlijk wel praatjes hebben, maar langs deze weg kan ik nooit meer bovenkomen. Ook niet lopend. De andere weg heeft stukken van 20%. Er gaat veel autoverkeer overheen. Bovendien zit er een smalle tunnel in waar je als fietser maar beter niet kan zijn. Ze zijn hier echt niet op fietsers ingesteld. Het gaat me dan ook niet lukken om op eigen kracht (fietsend of lopend) hier weg te komen. Dan maar Gianni, onze vriend van de maffia-auto, bellen. Het is geen probleem voor hem om me morgen even naar boven te brengen en we spreken morgen om 11 uur af.

Vandaag:
Om 11 uur precies verlaat ik de mooie camping van Cala Gonone. De weg naar boven is schitterend. Veel wilde struiken staan weelderig te bloeien.
We raken in gesprek over de hoge leeftijd die de mensen op Sardinië halen. Volgens Gianni komt dat vooral voor bij de mensen in het binnenland. Die werken veel op het land en in de tuin. Ze gebruiken absoluut geen chemicaliën. Ze eten hun eigen groenten en kennen geen stress. Vooral geen stress, benadrukt hij, dat is het allerbelangrijkste. Ik geloof hem gelijk.
Hij rijdt nog een stuk door om me naar het hoogste punt van mijn etappe te brengen. Ik heb daar weinig bezwaar tegen. We zitten nu ook al hoog. Gianni wijst me op de canyon aan rechterzijde van ons. Het is niet te geloven dat we in Europa zoiets moois hebben. Ik kijk mijn ogen uit.
Langs de weg lopen er geiten los. Ik wijs hem erop. Hij is dat gewend en haalt zijn schouders er een beetje voor op.
Op het hoogste punt, met fantastisch panorama, stopt Gianni. We halen de fiets en de tassen uit zijn auto. Terwijl hij naar huis rijdt, monteer ik de tassen aan de fiets. Ja hoor, weer vergeten om mijn bidons te vullen. Wat een slechte beurt van me. Dit kan nog wel eens een groot probleem gaan geven.
Intussen stopt er een bus met grijze krulletjes met daaronder zure gezichten. Ze stappen uit en zien niets van het geweldige uitzicht. Nee, ze beginnen tegen elkaar te zeuren over de toiletten op Sardinië. Daar schijnen ze problemen mee te hebben. Lekker hoor. Dan ik met mijn lege bidons. Midden in Sardinië met 30 graden. Dat is pas een probleem. Ik vind het maar een stelletje zeikwijven. Als ik zo word, mag je me in een keer afschieten. Niet vooraf waarschuwen a.u.b.
Na het panorama in me te hebben opgenomen, stap ik op de fiets. Voorlopig is de weg glooiend. Af en toe een klimmetje dat ik zonder bergverzet aankan.
Ik nader weer een uitzichtpunt. Effe kijken hoor. Ik rij van de weg af naar een mooi kijkplekje. Tegelijk zie ik een paar zwijntjes uit de struiken tevoorschijn komen. Vlug mijn stuurcamera aan. Er komt nog een stel achteraan. Wat leuk. Aan de overkant van de weg verdwijnen ze weer net zo snel in het struikgewas. Ik hoop dat er straks wat van terug te zien is op de film.
Ook hier is het uitzicht geweldig. Toch ga ik verder. Nog steeds met lege bidons.
Volgens het hoogteprofiel op mijn navigatie zal de weg straks lekker gaan dalen. Ik kan me er al op verheugen want het is zo rond de 30 graden en een beetje verkoelende wind is meer dan welkom.
Ja hoor, daar begint de daling. Lekker hard en lekker veel wind.
Als het tempo voor mijn gevoel te laag wordt, wil ik wat bijtrappen. Ik trap echter in het luchtledige. Op mijn kilometerteller zie ik dat ik toch nog 37 kilometer ga. Ik dacht dat het veel minder was. Dat komt waarschijnlijk omdat ik zojuist bloedhard ging. Ik moet mijn kilometerteller maar wat beter in de gaten houden. Ik vind 50 wel de limiet.
Ha, een dorpje. Nu even goed opletten dat ik geen winkeltje voorbij rij. Ik moet echt wel water hebben zo onderhand. He, ik zie een watertappunt langs de kant van de weg. Er staat alleen niet bij dat het drinkwater is. Terwijl ik door wil fietsen komt er een oude dame aan met een kratje lege waterflessen. Die gaat ze waarschijnlijk vullen bij het tappunt. Ik vraag haar of het drinkwater is. Si, zegt ze. Dit is historisch. Ze heeft me verstaan. Mijn eerste Italiaanse gesprek is een feit!
Terwijl de vrouw de flessen begint te vullen, wacht ik op mijn gemakje mijn beurt af. Intussen stopt er een auto met daarin een man, vrouw en kind. De man stapt uit. Hij heeft een klein waterflesje bij zich en vraagt of ie even tussendoor mag. Hij maakt zijn autoruit ermee schoon.
Nadat het vrouwtje weg is, vul ik mijn bidons en drink een flinke hoeveelheid. 
De man in de auto vraagt of het lekker is. Het blijken Polen te zijn. We raken in gesprek. Ze hebben het heerlijk naar hun zijn op Sardinië. Ze zitten in Arbatax. Morgen komt daar een festival met onder andere volksdansen in Sardische klederdracht. Dat komt mooi uit, zeg ik. Ik ben op weg naar Arbatax. En ik wil dat graag meemaken.
Het is een leuk gesprek met die Polen. Zij zijn aardiger en humoristischer dan ik had verwacht. Ik had dus een verkeerd vooroordeel. Zo leer ik nog iedere dag.
Na deze amusante pauze ga ik verder. Hoofdzakelijk afdalen, dus snel. Ook van tijd tot tijd wat langere stukken weer omhoog.
Ik rij een dal in. Een redelijk rechte weg. Links en rechts koeien en geiten in de maquis dat in volle bloei staat. Hier en daar wat palmen. De bergen geven rondom een schitterende omlijsting. Voor me zie ik een bergrug die er bovenuit steekt. En daarachter weer eentje die nog hoger is. Ik krijg er een brok van in mijn keel. Ik word er emotioneel van. Dit heb ik niet eerder meegemaakt. Het is werkelijk om te janken zo mooi.
Een vrachtautootje achter me toetert even omdat-ie wil passeren. Ik ga opzij. We groeten elkaar.
Later passer ik hem als ie aan de kant van de weg staat. Weer zwaaien we naar elkaar. De mensen zijn hier heel relaxed. De omgeving is te mooi om te omschrijven. Dit is een aards paradijs.

De reis gaat verder. Ik arriveer uiteindelijk bij mijn einddoel van deze etappe. Het blijkt een achterlijk dure camping. Kleine pestplekjes. Camper tegen camper. Tent tegen tent. Wel super-de-luxe sanitair. Iedere toilet is een complete badkamer met alles erop en eraan.
De mensen zijn hier apart. Er wordt hier niet gegroet. Als je dat wel doet kijkt men vlug een andere kant op. Zou dit een autistenkamp zijn? Er is een strandje bij de camping. De dames lopen hier niet in een badpak. Zij lopen in design textiel. Daarbij dragen ze veel te grote zonnebrillen met van die glimmende dingetjes aan de zijkant. Hoe zeg je ook alweer ‘mag ik een teiltje’ in het Italiaans?
Vanwege het festival blijf ik nog een dagje.  Dan hoop ik lekker uitgerust te zijn om zo hard mogelijk van deze camping weg te kunnen fietsen.

Foto’s

13 Reacties

  1. Peter:
    2 juni 2018
    Geweldig verhaal en super leuk geschreven. Top Fer🍷🍷
  2. Carola:
    2 juni 2018
    Ook ik heb weer genoten van je prachtige avontuur. Hey Fer..... vergeet morgen je bidons niet te vullen 😜
  3. Uta:
    2 juni 2018
    Hy Ferry. Und vergiss nicht das Fläschchen Rotwein am Abend zu genießen! Wir grüßen dich vom international Camping Valedoria. Sehr schön! Liebe Grüße Uta, Adriana und Matthias
  4. Ferrij:
    2 juni 2018
    Fer geniet van het festival in Arbatax
  5. Rina:
    3 juni 2018
    Zo leuk geschreven,alsof ik er naast fiets. Wat een pracht reis. Daar is Les Gest maar een heuveltje bij.
  6. Stephan:
    3 juni 2018
    Wat ben je toch een scheurijzer. De fietsende Max V! En dan ook nog dames in bad textiel! Mazzelaar!
  7. Carla:
    3 juni 2018
    Ja Fer geniet er maar met volle teugen van. Mooie foto's erbij gedaan. En weer prachtig geschreven
  8. Nancy:
    3 juni 2018
    Weer heel leuk geschreven we genieten met je mee!! Vergeet je bidonnetjes niet te vullen Ferry verder lekker genietenXX
  9. M HOOGENHOUT V HOUTEN:
    3 juni 2018
    Hoi Fer je komt toch nog wel terug? Want je kunt daar heel oud worden!
  10. Cees en Ria Leereveld:
    3 juni 2018
    We kennen het verschijnsel Fer: een brok in je keel tot tranen in je ogen, veroorzaakt door een prachtig, imposant en toch lieflijk landschap! Heerlijk!
  11. Theo:
    3 juni 2018
    Wat geweldig Ferry, dat je deze prachtige ontdekkingstocht maakt.Het moet toch wel heerlijk zijn om mee te maken! Gelukkig kunnen veel mensen dankzij je blog een teugje meegenieten! En het is nu zelfs internationaal aan het worden. Blijf schrijven! Blijf genieten! Blijf jezelf!
  12. Alida Schulken:
    4 juni 2018
    wat een geweldig verslag weer Ferry dat is genieten mooi hoor
  13. Hans van der Pijll:
    4 juni 2018
    Ferry mooi verhaal! Misschien een idee, een fietsaanhanger met een 10 liter jerrycan met water!🤣🤣🤣