Op weg naar de eerste camping
25 mei 2018 - Zuidlaren, Nederland
Met een vette smile op mijn gezicht fiets ik weg van het vliegveld. Ik denk nog na over mijn conversatie met de twee Italiaanse medewerkers. Ik heb weliswaar een paar weken Italiaanse les genomen via DuoLingo op internet, maar mijn uitspraak heb ik nooit geoefend. Daarvoor moest ik een microfoon op mijn computer aansluiten. Die had ik niet en ik heb er geen moment aan gedacht om er eentje te kopen. Mijn Italiaans is dus onverstaanbaar. Ik kan Italiaans wel verstaan. Met die dame van DuoLingo had ik echt geen problemen. Haar uitspraak is dan ook om door een ringetje te halen. Dat kon ik van die twee Italianen nou niet echt zeggen. Ik weet dan ook niet helemaal zeker dat ze mij vertelden dat ik die doos mocht laten staan. Terwijl die gedachten door mijn hoofd spelen, fiets ik een parkeerterrein op. Het vliegveld van Olbia is natuurlijk vele malen kleiner dan Schiphol, maar er zijn ook overeenkomsten. Zo zijn de wegen rondom Olbia ook niet voor fietsers. Ook zijn er veel parkeerterreinen. Ik fiets er op zo eentje. Uiteindelijk lukt het me om de goede weg uit Olbia te vinden. De omgeving ziet er niet aantrekkelijk uit. Ook weer zo’n overeenkomst met Schiphol. Maar al snel kom ik op een mooie weg. Rondom het vliegveld was alles behoorlijk plat. Nu het mooi begint te worden is het zeker niet plat meer. Mijn bergverzet moet ik regelmatig aanspreken. Het zweet parelt op mijn gezicht, maar de omgeving is ongelooflijk mooi.
Gisteren heb ik thuis nog een camping uitgezocht op internet. Die ligt ongeveer 30 kilometer ten zuiden van Olbia. Een klein stukje, want ik was van plan om eerst een beetje uit te rusten. Ik heb het namelijk voor mijn vakantie verschrikkelijk druk gehad. Het vliegticket boeken en het op internet uitzoeken van deze camping zijn de enige dingen die je georganiseerd kunt noemen. Hoe het verder gaat verlopen, is een verrassing.
Voorlopig is mijn doel de camping in San Teodoro. Op hun website ziet het er heel mooi uit. Dus daar naartoe. Langs de kust zak ik zuidwaarts. De weg is behoorlijk zwaar. Ik moet toch wel heel vaak een beroep op mijn bergverzet doen. En de enige vlakke stukken zijn nog vals plat ook. De temperatuur is ook heel hoog. Ik zweet me het gompes. Maar je hoort me er niet over klagen, want dit wilde ik.
Hoewel ik een secundaire weg rij, is er meer autoverkeer dan ik had verwacht. De Italiaanse automobilisten houden wel heel goed rekening met me. Dat had ik ook niet verwacht.
Als ik door dorpjes rij valt het toeristische karakter van Sardinië wel duidelijk op. En ondanks dat het echte seizoen nog niet is begonnen, zie je al heel veel toeristen lopen en rijden.
Na 30 kilometer zie ik de eerste wegwijzer naar de camping. Als ik er echter aankom, blijkt ie gesloten. Wat ik er zo van kan zien, is die hele camping verwaarloosd. Gelukkig is er niet ze ver nog eentje. Ik vind die redelijk snel en word er leuk ontvangen. Ik mag zelf een plekje uitzoeken. Dat valt nog niet eens mee. De camping staat behoorlijk vol met campers. Allemaal Duitsers. Er blijkt in Duitsland 14 dagen vakantie te zijn. Schoolvakantie denk ik. Het valt me op dat die Duitsers allemaal heel aardig zijn. Ze groeten. Maken praatjes. Heel leuk eigenlijk.
Dit is toch wel een hele leuke camping. Simpel sanitair. Geen zwembad. Maar dat is ook niet nodig. De camping ligt namelijk direct aan het strand. Mijn tentje staat ongeveer 50 meter van de zee tussen allemaal Zuid-Europese bomen.
Op de camping is ook een winkeltje waar ook specialiteiten van Sardinië worden verkocht. Ik koop een half schapenkaasje. Die heeft de vorm van een peer. Het smaakt lekker.
Van eten koken komt het niet meer. Al heel vroeg vallen mijn ogen dicht. Gisternacht heb ik slechts twee uur geslapen. Dat wreekt zich nu.
Lekker naar bed.
Geniet er van!