De zwaarste etappe uit mijn fietscarrière

28 mei 2018 - Zuidlaren, Nederland

Het is toch nog 11 uur geworden als ik bij de receptie afreken. De lieve receptioniste zegt me voorzichtig te zijn want er komen smalle wegen. Ik beloof het en ga op pad.
Binnen 5 minuten moet ik afstappen en de fiets naar boven duwen. Dat begint lekker, denk ik nog. De fiets weegt met de bagage erbij toch zo’n 40 kilo. Snel gaat het dan ook niet naar boven. Ik grijp alles aan om even te stoppen met duwen. Ik neem alle tijd om te genieten van de uitzichten die naarmate ik hoger kom steeds wijdser worden. Op het hoogste punt schiet me te binnen dat ik ben vergeten om mijn bidons te vullen. Niet echt slim. Terug is geen optie. 
Het geluk zit mee. Al snel kom ik een winkeltje tegen waar ik water koop. Nu ben ik er echt klaar voor. Laat de fietsroute maar komen. Over een kilometer of 5 begint die. Via het binnenland loopt die weer naar de kust en eindigt uiteindelijk 60 kilometer verder in Cala Gonone, vlakbij Dorgali.
Aan het hoogteprofiel op mijn fietsnavigatie zie ik dat het geen makkie gaat worden. Hoeft ook niet. Als ik een makkie wil, moet ik een elektrische fiets nemen. Deze etappe is er eentje voor bikkels. Dat is me wel duidelijk. De eerlijkheid gebied met te zeggen dat er onderweg twee momenten zijn geweest dat ik bijna om mijn moeder ging huilen. Dat was halverwege een keer en aan het eind van deze historische etappe. Ik heb me weten in te houden wat op zich al een prestatie is onder de gegeven omstandigheden.
Je begrijpt dat deze etappe zwaar is. Maar hij is ook van een ongekende schoonheid. Het landschap is om van te dromen. De uitzichten zijn niet in woorden uit te drukken. Er is hier nauwelijks autoverkeer. Je hoort hier alleen de vogels die met hun gekwetter en gezang de hele omgeving vullen. Ik krijg van hun concert een euforisch gevoel. Helaas maakt dat het fietsen niet minder zwaar. Ook wordt het er niet koeler door. Het is heel warm. Daarom besluit ik om mijn onderhemd uit te trekken en alleen in mijn overhemd door te fietsen. Dat scheelt.
Inmiddels is een ding wel zeker: het gaat nu pas echt beginnen. Naar boven haal ik met moeite de 6 kilometer. Naar beneden gaat het waanzinnig hard.
Ik drink veel en al snel is het einde van mijn watervoorraad in zicht. Veel te vroeg. Over een paar kilometer moet ik in Orosei aankomen. In dat stadje zal ongetwijfeld een winkel zijn. Mijn voorgevoel blijkt te kloppen, alleen is de winkel tot 5 uur gesloten. Dat duurt nog 2½ uur. Ik neem daarom maar mijn toevlucht tot een terras van een levendige bar waar ik eerst maar een colaatje met ijs laat aanrukken. Snel daarna volgt er nog eentje.
Aan een ander tafeltje op het terras zitten vijf Sardijnen druk met elkaar te praten. Wat een kabaal. Wel gezellig natuurlijk. En ieder keer als er een auto voorbij komt, wordt er getoeterd. De chauffeur steekt bij wijze van groet zijn hand op. De mannen aan het tafeltje groeten terug. Dit ritueel gaat aan de lopende band door. Elke auto toetert.
Bij de barman bestel ik nog een grote fles water waarmee ik mijn bidons vul en op pad. Zodra ik Orisei uitrij gaat de weg zo ongelooflijk steil omhoog dat het lijkt alsof ik tegen een muur rijd. Dat wordt dus lopen. En ook niet eens een kleine stukje. Nee, maar liefst meer dan 2 kilometer. Onderweg begint het aardig gevoelig te worden in mijn nek, maar een weg terug is er niet voor mij.
Na verloop van tijd kan ik op mijn navigatie zien dat ik bijna aan de top ben. Het duurt echter nog aardig lang voordat ik er werkelijk ben. Snel gaat het immers niet. Maar als ik er eenmaal ben heb ik toch wel een beetje winnaarsgevoel. Heerlijk. Even flink wat water drinken en genieten van het uitzicht. Dan mijn helm weer op en met een verschrikkelijke snelheid weer naar beneden. Die wind, wat een zaligheid. Ik kan het wel uitschreeuwen van geluk. Helaas komt aan dit moois een vroegtijdig eind De laatste berg van deze etappe dienst zich aan. Gelukkig is die niet zo lang als de eerste, maar wel steiler. Bizar gewoon. Weer twee kilometer aan de wandel. Het wordt steeds zwaarder. Ik kom nauwelijks nog vooruit. Veel auto’s komen er niet langs. Maar ze toeteren wel allemaal en groeten me uitbundig. Wat leuk van die gasten. Misschien vinden ze me wel stoer of zoiets. Ik vind het in ieder geval wel leuk. Het weerhoudt mij bovendien van het huilen om mijn moeder.
Ik heb me er al bij neergelegd. Aan deze wandeling komt nooit meer een eind. Schijn bedriegt echter. Ik bereik de top. Op dit punt gaat de weg scherp naar links. Ik blijf hier even staan. Helemaal betoverd door het uitzicht. Zoiets moois heb ik nog nooit gezien. Uitzichttechnisch dan. Wat een beloning voor mijn harde werken van vandaag. Dit is het echt waard geweest.
Tegelijk knijpt de enorme steilte waarmee de weg naar beneden gaat mijn keel dicht. Heel diep beneden, vanuit mij gezien onder mijn tenen, ligt het stadje waar ik naartoe moet: Cala Gonone. Dit is een levensgevaarlijke operatie. Dit gaat met zo’n 25% naar beneden. De haarspeldbochten zijn zeer kort en de afgronden afgrijselijk diep. Eigenlijk durf ik het niet, toch moet het maar. Ik begrijp nu ook waarom de auto’s die voorbijkwamen naar mij toeterden. Het moet een soort afscheidsgroet zijn geweest. Zoals eerder gezegd, een weg terug is er niet. Daarom ga ik eerst maar eens uitgebreid drinken, want als ik dan toch ga hemelen, dan zeker niet met dorst.
Ik zet mijn helm op, stap op mijn fiets en ga gelijk in de remmen. Na 20 meter is de eerste haarspeldbocht. Die moet ik heel langzaam nemen want ongelooflijk scherp. Ik ben de bocht nog niet uit of de volgende dient zich al weer aan. Ik hoef natuurlijk niet te trappen en toch loopt het zweet langs mijn gezicht. Wat is dit spannend. 
Uiteindelijk kom ik met een hard kloppend hart beneden. Vele malen sneller dan dat ik boven ben gekomen. 
Ik blijf nog even staan en ga snel op zoek naar de camping. Ik vind hem snel. Ik parkeer mijn fiets een bestel in de bar een biertje. Dat heb ik nu wel verdiend.
Wat een dag is dit. Eentje waar ik nog flink van moet bijkomen. Ik blijf daarom nog een paar dagen op deze camping. In de buurt is er ook genoeg te zien. Morgen maar niet fietsen. Het wordt waarschijnlijk iets cultureels.

15 Reacties

  1. Michiel:
    28 mei 2018
    Klasbak! :)
  2. Peter:
    28 mei 2018
    Prachtig verhaal. Je geniet echt volop. Voor nu even relaxen en 🍻🍻
  3. Peter Roele:
    28 mei 2018
    Wat een mooie en zware belevenis rust nu maar even uit.
    Maar blijf wel schrijven want daar geniet ik met volle teugen van.
  4. Alida Schulken:
    28 mei 2018
    Kanjer ben je en een leuk verhaal
  5. Stephan:
    28 mei 2018
    Yo man volgens mij ben je los, niet alleen qua fietsen maar ook qua schrijven! Als je al niet een keer de prijs voor beste opstel had gewonnen, zou je hem nu weer winnen!! Hulde! X
  6. Hans van der Pijll:
    28 mei 2018
    Je bent een topper Ferry! Zowel op schrift als op de fiets! Respect.
  7. Han:
    28 mei 2018
    Fer we genieten van je verhalen,neem je rust
  8. Rina:
    28 mei 2018
    Steiler dan Le Sincerneret? Je was toch wel wat gewend qua hoogte's. Knap hoor Fer. Je doet het toch maar weer. Nu eerst maar lekker relaxen. Ben zo benieuwd naar de foto's.
  9. Carla:
    28 mei 2018
    Grandioos geschreven ferry. Ik ben trots op je dat je dit weer doet.
  10. Ida carst:
    29 mei 2018
    goed hoor ben trots op je
  11. Siemon Staphorst:
    29 mei 2018
    Goed gedaan Ferry. Ik doe het je niet na denk ik. Mooie teksten die je maakt. Succes daar.
  12. Cees en Ria Leereveld:
    29 mei 2018
    Hoi Fer, tijdens het lezen van je afdaling, knepen wij onze handen dicht! Omdat het spannend is en omdat wij daar gelukkig niet omlaag hoefden! Hoewel.....omhoog, daar moeten we ook niet aan denken! En ja Fer neem lekker je rust: desnoods iets cultureels!
  13. Sonja Touw:
    29 mei 2018
    Fer ik lees met knijpende tenen mee! Ik ken
    de omgeving goed en vond het al eng in de auto,!
  14. M HOOGENHOUT V HOUTEN:
    30 mei 2018
    Den IJzeren houdt het altijd vol
  15. Carola:
    2 juni 2018
    😂 geweldig Fer! Allereerst ben ik super trots op je 👍, krachtpatser 💪. Maar wat weet jij het weer fantastisch te beschrijven, mucho humor maar ik zat ook met gekrulde tenen. Je hebt het maar weer mooi geflikt! Xx